PE-punten
- 3 NOvA
- 3 KNB
Cursusinformatie
De praktijkjurist kan te maken krijgen met de haken en ogen die spelen op het gebied van de verkrijgende verjaring. Na een in de wet voorgeschreven tijdsverloop kan iemand door verkrijgende verjaring eigenaar worden van een goed, mits aan de daartoe door de wet voorgeschreven vereisten is voldaan. Via de regels van de verkrijgende verjaring kunnen bijvoorbeeld burenrechtelijke geschillen met betrekking tot overhangende takken van een boom of het gebruik van een voetpad tot een oplossing komen.
Er zijn twee categorieën van verkrijgende verjaring: de verkrijgende verjaring voor de bezitter te goeder trouw en de verkrijgende verjaring voor de bezitter die niet te goeder trouw is. De verjaring treedt in het tweede geval in op het moment dat de rechtsvordering die strekt tot het beëindigen van bezit van een niet-rechthebbende is verjaard. De niet-rechthebbende wordt in dat geval eigenaar, ook al was zijn bezit niet te goeder trouw.
Verdeeld over twee blokken belicht deze nascholing beide categorieën van verkrijgende verjaring.
- Blok A Verkrijgende verjaring van bezitter te goeder trouw
- Blok B Verkrijgende verjaring van bezitter niet te goeder trouw
Leerdoelen
Na afloop van deze juridische nascholing:
- heeft u inzicht in wetgeving en jurisprudentie met betrekking tot de problematiek die speelt op het terrein van verkrijgende verjaring voor bezitters te goeder trouw;
- heeft u inzicht in wetgeving en jurisprudentie met betrekking tot de problematiek die speelt op het terrein van verkrijgende verjaring voor bezitters niet te goeder trouw;
- bent u op de hoogte van de meest actuele stand van zaken op genoemde rechtsgebieden.